maandag 29 september 2008

MEER VRIJHEID VAN ONDERWIJS


Onderstaand artikel is verschenen in Driegonaal E-nieuws van 20 oktober 2008
en in een ingekorte versie op de website antrovista


Geef Scholen de Vrijheid !

Deze uitspraak deed SER-voorzitter Rinnooy Kan in het NRC op 27 augustus en was een samenvatting van een uitgebreider pleidooi dat op een hoger onderwijs website Science Guide gepubliceerd is.
Deze uitspraak komt niet helemaal uit de lucht vallen want Rinnooy Kan heeft ook als voorzitter van de commissie Leraren in opdracht van minister van Onderwijs Plasterk een lijvig rapport geschreven over de problemen in het onderwijs dat in september 2007 is aangeboden.
In dit rapport LeerKRACHT worden aanbevelingen gedaan om de beloning van leerkrachten te verbeteren, het beroep van leerkracht te versterken en de school verder te professionaliseren.

Rinnooy Kan heeft al eerder zijn betrokkenheid en affiniteit met het Onderwijs getoond. Hij was hoogleraar aan de Economische Faculteit van de Erasmus Universiteit begin jaren 80 en daarna was hij ook enige jaren de jongste rector magnificus aan de EUR. Hij kent het hoger onderwijs van binnenuit en ook vanuit de bestuurlijke kant.
De aanbevelingen wat het aspect beloning betreft zijn inmiddels door het kabinet ook overgenomen en vanaf dit jaar wordt € 1,2 miljard extra aan hogere beloningen in basis, voortgezet en hoger onderwijs besteedt.
Opvallend in dit rapport is dat de commissie het beroep van leraar opnieuw versterkt en nieuw elan wil geven door leraren meer inspraak en inbreng te geven bij onderwijsontwikkelingen. De laatste jaren zijn er allerlei signalen geweest dat onderwijsveranderingen veelal top down en op aandringen van overheid of externe adviseurs over de hoofden van het onderwijzend personeel werden ingevoerd .
De managers kregen steeds meer invloed ten koste van de onderwijsgevenden.
Hoe desastreus dat is geweest, heeft het parlementaire onderzoek van de commissie Dijsselbloem aangetoond voor het middelbaar onderwijs.

Passend in deze kritiek is ook het ontstaan van de Vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON).
Hun kernpunten zijn:
• Geef de docent zijn vak terug.
• Organiseer goed onderwijs door hoogopgeleide docenten.
• Het grootste deel van het onderwijsbudget moet gaan naar het primaire proces.
• Het management moet in dienst staan van het primaire proces.
• Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten
De commissie lijkt deze rigoureuze koerswijziging te steunen.
Zij stelt zelfs voor dat leerkrachten of docenten zich verenigen in een juridische vorm zoals een coƶperatie (?) of maatschap ook als voorloper van een nieuwe rechtsvorm die de overheid in het leven wil roepen, namelijk de maatschappelijke onderneming. Op deze manier kunnen docenten hun positie versterken tegenover het management en bestuur.
De commissie stelt zelfs voor om schoolbesturen een gedragscode voor goed bestuur te laten opstellen waarin het beginsel van zwaarwegende betrokkenheid van leraren wordt opgenomen. Simpel gezegd “geef het onderwijs terug aan de professionals(leerkrachten)”!
Deze maatschapvorm bestond decennia geleden al op Vrije middelbare Scholen maar hebben de tand des tijds niet doorstaan. Ook waren Vrije Scholen vanaf de jaren zeventig actief om deze vrijheid van Onderwijs ook op te eisen.

Nu krijgen ze dus steun van Rinnooy Kan die nu ook de overheid (ministerie van Onderwijs en Onderwijsinspectie) oproept scholen met rust te laten en de regelgeving sterk terug te dringen. Scholen zouden zich primair moeten verantwoorden naar leerlingen en hun ouders in plaats van de overheid. Daar moet het vertrouwen worden opgebouwd en in stand gehouden.
Er waait een nieuwe hoopgevende wind in onderwijsland !

2 opmerkingen:

Ferdinand Zanda zei

Dit moet je dus uitbuiten, hiermee moet je in verkiezingstijd de politiek bevragen. Laat ze maar verwoorden wat ze met deze adviezen doen. Het is hoog tijd dat de verantwoordingsdruk eerlijk verdeeld wordt.
Als de politiek nou eens verplicht werd om naar ons te luisteren en met duidelijke en zinnige antwoorden moet komen. Doen ze dat niet, praten ze eromheen, worden we niet serieus genomen, dan doen ze hun werk niet goed. Daar worden ze dan op gewezen.
Gebeurt het nog eens dan moet er vanuit het volk de mogelijkheid bestaan om de betreffende persoon (door een motie ondertekent door 570 steunverklaringen) ter publiekelijke verantwoording te roepen. Blijft een redelijk antwoord wederom uit dan zit er helaas niets anders op maar dan wordt de betreffende persoon ontslagen.
Natuurlijk heeft een politicus ook rechten, maar dan pleit ik ervoor om net als bij iedereen in een nieuwe baan om een altijd proeftijd in te stellen.
En periodiek een evaluatie moment (om het maar in mooie, zachte termen uit te drukken), dit is geen examen of gesprek ter beoordeling. Noem het meer een openbare zelfreflectie.
Waarbij we de politicus slechts vragen om te zeggen wat hij of zij doet. Te doen wat hij of zij zegt en om dat te bewijzen.
Hetgeen op dat moment ter tafel komt wordt vergelijken op consistentie met voorgaande uitspraken. Er kunnen eventueel aanvullende vragen gesteld worden.
Dan komt er een wat persoonlijker deel. Vragen naar visie. Naar verwoording van de mogelijkheden waarlangs men denkt deze te realiseren.
Dan volgen vragen naar de menselijkheid van hetgeen voorgesteld wordt. Naar inleving in een ieder waarop dit beleid betrekking heeft.
Tenslotte wordt er gekeken waar en of er eventueel ruimte is voor kwaliteitsverbetering.
Misschien zouden we ze moeten verplichten een soort beleidsvolgsysteem in te laten voeren. Waarbij ze een koppeling moeten maken van het partijprogramma naar het regeerakkoord. En waar ze volgens de smart methode hun doelen stellen en deze periodiek te evalueren.
Waarbij de gegevens per kwartaal worden gecontroleerd. Blijken de resultaten langere tijd goed dan neemt de mate van inspectie a, als blijk van vertrouwen. Dan wordt er slechts nog eens per jaar naar de resultaten gevraagd.
Politicus blijft echter een publieke functie, in dienst van de samenleving en ieder individu heeft het recht op antwoord. (DOS attacks uitgezonderd).
Maar sorry, het ging over vrijheid en vertrouwen in het onderwijs. Dat lijkt me een goed plan.

Rudolf zei

Beste Ferdinand,
Een duidelijke en uitgebreide reactie. Dank voor de praktische stappen en volgorde waar het gaat om de publieke verantwoording.