maandag 1 december 2008

Schaalgrootte en Onderwijs

Nma toetst Schoolgrootte

Jarenlang heeft de overheid schaalvergroting in het onderwijs gepropageerd en financieel gestimuleerd vanwege de organisatorische en economische schaalvoordelen die dat zou opleveren. Het was zo vanzelfsprekend dat niemand eraan durfde twijfelen.
Eind jaren tachtig was er een delegatie van Onderwijsambtenaren uit Rusland op werkbezoek in Nederland. Zij lieten zich informeren over de ontwikkelingen op onderwijsgebied. Toen echter het onderwerp schaalgrootte aan de orde kwam stelde de delegatie een paar kritische vragen en verwees naar de praktijk in Rusland waar de zeer grote mammoetscholen veel problemen opleverden.
Kennelijk is dat nu ook doorgedrongen in Nederland en heeft de Onderwijsraad een advies opgesteld eind novemer 2008, dat nu ook door het kabinet is overgenomen, om nieuwe fusies te laten toetsen door de Nederlandse Mededingingsautoriteit( Nma).
In sommige gemeenten (Maastricht, Venlo en Deventer) vallen alle middelbare scholen onder hetzelfde schoolbestuur. Zo’n bestuurlijk monopolie wordt als ongewenst beschouwd, omdat er voor ouders vrijwel niets meer te kiezen valt en schoolbesturen te ver afstaan van ouders en leerkrachten wat de medezeggenschap moeilijker maakt.
Bij kwaliteit van onderwijs gaat het juist om andere zaken dan puur economische factoren en meerdere onderzoeken hebben uitgewezen dat kleinere scholen juist een hogere kwaliteit leveren dan grote scholen.Het Finse onderwijssysteem zonder centrale examens en grote autonomie voor de scholen zelf blijkt de beste kwaliteit op te leveren getuige de resultaten van Pisa-(Europese vergelijking leerlingen niveau) onderzoeken.
Toetsing is echter pas nodig bij fusies waarbij de nieuwe organisatie meer dan 2500 leerlingen basisonderwijs gaat omvatten, of meer dan 5000 scholieren voor het voortgezet onderwijs, meer dan 10000 in het middelbaar beroepsonderwijs en meer dan 20000 studenten in het hoger onderwijs! Dat is niet echt kleinschalig, dus de vraag is of deze grenzen ingegeven zijn door kwaliteitseisen of bestuurlijke pragmatiek?!

Geen opmerkingen: