dinsdag 31 december 2019

Dacia-schatten uit historie Roemenië

Pronkstuk van de verzameling geleende kunst uit Boekarest. Een rhyton, een beker in de vorm van een hoorn  van typisch Getische cultuur. Met twee priesteressen en eindigt met stierenkop (symbool van kracht) voor rituele doeleinden.
Het gebied van de Geten strekt zich uit tot in het noorden van huidige Bulgarije  
Museum Affiche in Tongeren

Gallo-Romeins museum met tijdelijk expositie Dacia schatten  in Tongeren en onderscheiden in 2011




















Kaart van Europa met gebied van Dacia-cultuur (nu Roemenië).
De Romeinen veroverden het koninkrijk van de Daciërs onder leiding van Decebalus , ergens rond 101-106 jaar Na Christus.
Trajanus trekt met 80.000 soldaten de Donau over en onderwerpt de Daciërs.  


Links Romeinse winnaar Trajanus en rechts verliezer Daciër. Buste van Trajanus 120 n. Chr. Marmer
Trajanus-zuil in Rome met de verovering van de Daciërs in reliëf

Paradehelm in vorm van hoofd (verguld zilver  400-300 v.Chr.) met plantenmotieven en dieren .Gevonden in Peretu (Roemenië)

Prestigehelm van Getische vorst  maar volgens kunstmotieven van de Thraciërs

Geheel gouden helm van Getische vorst. Op het nekstuk drie gevleugelde viervoeters,  bovenaan 
vier gevleugelde dieren met een lange staart en een mensenhoofd . 
Op de wangstukken:  offer van ram.










Getische drinkbeker uit Bulgarije.

flesje in de vorm van voet. 

Gouden borstplaten die op kleding gedragen werd.

Zilveren drinkbeker met mythische figuren. Getische cultuur uit Bulgarije.

Goud verguld en zilveren beenbeschermer , een pronkstuk van de Geten en gevonden in Agighiol 
(nabij Roemeense kust) Dateert van 340-330 voor Chr. van verguld zilver . 
Getatoeëerd gezicht en dierfiguren.

Massief gouden armbanden. Ieder weegt ongeveer 1 kg.  Uiteinden slangachtige
 fantasiedieren van Daciërs   

Sier pronkstuk uit goud voor Paard in de vorm van vis typisch Scytisch maar gevonden in 
Getische stad. De scythen en Geten waren "buurvolken"

vrijdag 27 december 2019

Het originele lesrooster van de Vrije School



Penta(5) tonige kinderlier van Choroi


In een ander artikel heb ik de vakken en de uitgangspunten van het vrije school onderwijs besproken.
Zie https://vrijescholen.blogspot.com/2019/12/de-weldadige-overvloed-van-de-vrije.html

Hier wil ik wat meer ingaan op het lesrooster zelf , zowel wat de aard als de opbouw betreft.
De schooldag begint met twee lesuren periode-onderwijs, daarna volgen de theorielessen die een heel jaar doorlopen met steeds één of twee lesuren per week, zoals het vak Nederlands, Engels, rekenen of wiskunde. De middaguren worden veelal verdeeld over de kunstzinnige en handvaardigheidslessen, zoals handwerken, houtbewerken, muziek, gymnastiek en euritmie.

Verschillende Bouwstijlen uit de Middeleeuwen


 In de blokken periode- onderwijs wordt zes weken intensief aandacht besteedt aan een project of bepaald onderwerp. In een geconcentreerde vorm kun je een thema of project grondig belichten en uitwerken en daarna laten bezinken.
Zo kan het gaan om een periode kunstgeschiedenis, filosofie of dichtkunst. Ook kan het een thema of onderwerp zijn uit een vakgebied dat extra geconcentreerde aandacht verdient zoals actuele ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan genetische manipulatie, seksualiteit, milieu en klimaatproblemen. 

In de 11e of 12e klas komt ook een biografieperiode en vaak ook een periode-blok dat besteedt wordt aan Parcival. Deze graal-legende of epos van Wolfram van Eschenbach heeft vele interessante lagen die als het ware afgepeld kunnen worden. Het gaat om een uiterlijke, maar ook innerlijke zoektocht waar ieder mens mee te maken krijgt en daarom heel inspirerend en vormend is voor de jonge, opgroeiende mens. Het geeft de docent heel veel mogelijkheden om zelf accenten aan te brengen en eigen invalshoeken te kiezen afhankelijk van wat een klas en de leerlingen eruit halen en willen oppakken.

Onderwijs geven is geen routine of klusje, maar een kunst. Het is juist de wisselwerking en interactie tussen de volwassene, de leraar enerzijds en de jonge puber of leerling anderzijds waardoor er een inspirerende ontwikkeling kan ontstaan. 
Voor het onderwijs in het  basis onderwijs maar ook middelbaar onderwijs is afwisseling erg belangrijk. In het reguliere onderwijs heb je bijna een jaar lang hetzelfde lesrooster met meestal 1 lesuur voor theorievakken en  2 lesuren voor gymnastiek en handenarbeid. Het is een vast patroon, maar dat leidt ook tot een slaapverwekkend ritme dat gaat vervelen. Het hoge percentage voortijdige schoolverlaters en met name onder jongens is misschien wel een resultaat daarvan.

Verschillende zelfgemaakte bamboefluiten van piccolo, sopraan tot alt.




















In het vrijeschool onderwijs bestaat een grote afwisseling in lesvormen en didactische benaderingen.
 Zo wordt in de eerste jaren van het basisonderwijs rekening gehouden met de vier lichaams- of  element-typen van water(flegmatisch), vuur(cholerisch) , aarde(melancholisch) en lucht (sanguinisch).
 In de hogere jaren verandert dat geleidelijk naar de zeven planeten- of ziele-typen en in de laatste jaren van de bovenbouw in twaalf geest-typen, die aansluiten bij de astrologische sterrenbeelden.  
Deze typen of persoonlijkheden komen voor in de klas en de leerkracht zou alle (kind-)typen moeten kunnen aanspreken.  Levendig  herinner ik me daarvan nog een voorbeeld dat een leraar op vier totaal verschillende manieren een gedicht voordroeg om ouders een idee te geven wat die element-typen in de praktijk  betekenen.

Dat geldt ook voor de verhalenstof waar je door middel van stemverheffingen of ritmewijzigingen, de temperamenten kunt benadrukken en aansporen. Ieder kind-type moet aangesproken worden.
Het bijzondere van de vrije school is dat er weinig boeken gebruikt worden in de onderbouw voor de diverse vakken. Natuurlijk zijn we wel romans en dichtbundels en ook  grammaticaboeken voor Nederlands, Frans , Duits en Engels,  maar geen aardrijkskunde, geschiedenis, biologie,  natuurkunde of scheikunde boeken. Wiskunde is lang een twijfelgeval geweest, maar inmiddels hebben de meeste vrije scholen wel een wiskundeboek.

voorblad Kunstgeschiedenis periodeschrift


Het idee is dat de kinderen hun schriftelijk werk zodanig vormgeven met tekst en illustraties, dat het een soort “eigen” boekwerken worden. Door alle zintuigen aan te spreken en in te zetten kan het kind zich beter en dieper met het onderwerp en de lesstof verbinden.

De vrije school heeft ook een vak , dat nergens anders gegeven wordt: Euritmie.
Dat is een vorm van bewegingskunst die door sommigen "zweverig ballet" wordt genoemd, maar eigenlijk een nieuwe kunstvorm is die letters en woorden(meerdere letters) direct omzet in een vorm en beweging. Zo kun je als het ware een gedicht of tekst in een driedimensionale vorm zien.
In de vrije school is het ook zo dat kinderen verteld wordt dat letters ook afgeleid zijn van beelden en begrippen.  De letter K is bijvoorbeeld afgeleid van het begrip Koning. Bij de euritmie is de letter I bijvoorbeeld een beweging waarbij de hand een verticale beweging maakt van boven naar beneden voor het lichaam.  Voor de S maakt men een soort slangenbeweging. etc.  Voor bepaalde kinderen is er ook heileuritmie , die individuele kinderen helpt.   

Hieronder vind je een aantal illustraties en voorbeelden uit periode- en vakles-schriften. 
   De kunstzinnige kant en verwerking is minstens zo belangrijk als de cognitieve lesstof.  Hoofd  en hart moeten allebei aangesproken worden. In de onderbouw zijn dat meer de eerbiedskrachten, daarna de nabootsingskrachten en al laatste pas de intellectuele verstandskrachten die aangesproken worden.

Zie ook:   https://vrijescholen.blogspot.com/2020/01/getuigschriften-en-eindwerkstukken.html

prehistorie met moedergodin  


maandag 23 december 2019

De weldadige overvloed van de Vrije School


Variatie op de platonische vormen in geboetseerde klei. 

Zelf heb ik mijn lagere schoolperiode doorgebracht in een dorps-katholieke jongensschool, waar het onderwijs mager en sober was. In de klassen vond je wat planten op de vensterbank, kasten met boeken, wat schriften en natuur- en landkaarten aan de muur.  In het klaslokaal stonden kleine tafeltjes met inktpotten waarin we onze kroontjespen moesten dopen . Gelukkig kwamen er later ballpoints die het schrijven vergemakkelijkten.

Uit koperplaten rondgeslagen helften die aan elkaar gesoldeerd zijn tot ballen. 















Hoe anders is dan het vrije school onderwijs dat in 1919 door Rudolf Steiner in Stuttgart is begonnen als een school voor kinderen van arbeiders uit de plaatselijke sigarettenfabriek, Waldorf Astoria, van ondernemer Emil Molt.
 Nieuw en fundamenteel was het uitgangspunt dat de school er is vóór de kinderen én hun ontwikkeling ! Dat moet centraal staan en niet de eisen of wensen van de staat, de kerk of het bedrijfsleven.  Het direct daarbij aansluitende wezenlijke uitgangspunt is dat ieder kind een lichamelijk en ziele-wezen is, dat vanuit de geestelijke wereld op aarde komt met een wilsvoornemen en vele ervaringen die in hem/haar sluimeren.  Een kind is dus geen onbeschreven blad(tabula rasa) of leeg vat dat gevuld moet worden met kennis of gevoelens.  

 
Een uit een blok hardhout gebeitelde en ovaalgevormde en afgewerkte schaal

Dat zijn de uitgangspunten van de pedagogiek  voor het vrije-school onderwijs en was indertijd voor mij doorslaggevend bij de zoektocht naar een geschikte onderwijsvorm voor onze drie kinderen.
Woonachtig in Eindhoven hadden wij geluk met twee vrije basisscholen in de directe omgeving (de Regenboog en Vrije School Brabant) en twee middelbare vrije scholen (Vrije School Brabant en Ambachtelijk Technische Bovenbouw (ATB)) . Uiteindelijk werd het één middelbare school onder de naam Novaliscollege. Zie ook https://vrijescholen.blogspot.com/2013/11/novaliscollege-beste-vrijeschool-van.html
Mijn drie kinderen begonnen allemaal in de peuter/kleuterklas met Meester Bas (van Rooij) van Vrije School de Regenboog op het Mimosaplein in Eindhoven-Zuid.  
Zie ook  https://vrijescholen.blogspot.com/2015/05/vrije-basischool-de-regenboog-groeit.html

Na wat open dagen en voorlichtingsbijeenkomsten was onze keuze snel gemaakt en daarvoor zijn we nu decennia later nog steeds heel dankbaar. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat er ook van ouders veel wordt verwacht. Niet alleen een hogere jaarlijkse ouderbijdrage, maar ook klussen uitvoeren zoals het poetsen van de klas per toerbeurt of op ouderavonden knutselen voor de kinderen. Soms was dat een mooie tekening of schildering, maar soms ook handenarbeid zoals het maken van een kinderlier. Je krijgt er anderzijds ook heel veel voor terug.  

Voor mij ging een nieuwe wereld open toen ik ons oudste kind naar de peuterklas bracht en er ook een tijdje mocht blijven op die eerste dag. Het waren best redelijk grote groepen van 3 en 4 jarigen door elkaar bestaande uit ongeveer 25 kinderen. De inrichting was helemaal aangepast aan de kinderen met natuurlijke kleuren (pastel gesluierde muren) en veel natuurlijke materialen zoals houten speelgoed, wollen en katoenen stoffen, poppen, kleine keukentjes etc. Meteen was duidelijk: “het kind staat centraal”. 

In een grote kring stonden de stoeltjes waarop de kinderen gingen zitten en korte tijd later begon de leerkracht een liedje te zingen met een soort Jan Klaassen pop in zijn handen, die alle kinderen begroette en op een vrolijke manier de dag inluidde. De kinderen zongen en bewogen volop mee. In deze basis kleuterjaren staat het levendige onderlinge spel en eten/drinken voorop en geen cijfers of letters. Met ontroering voor zoveel schoonheid en liefde voor deze jongste kinderen ben ik vertrokken en kon ik mijn kind met een gerust hart achterlaten. Hier is hij in “goede handen”.  

Op bijna wiskundige manier gevouwen papier tot ster of sneeuwkristal.


 Dat was nog maar het begin, want het vrije-school onderwijs is ontwikkeld en in de meest  ideale situatie bedoeld voor kinderen van 3 tot 18 jaar. Te beginnen met peuter/kleuterschool, onderbouw (lagere school t/m klas 6), middenbouw (klas 7en 8) en bovenbouw (klas 9 t/m 12). Dan komt het hele lesprogramma en leerplan volledig tot zijn recht, want het is een over de jaren verdeelde maar toch geïntegreerde onderwijsvisie.

Het boetseren van een hoofd  uit witte klei  en later bakken levert verschillende resultaten op. 

Een ander uitgangspunt dat essentieel is en dat wij als ouders op ouderavonden of tijdens lezingen  wel eens te horen kregen was dat het vrije-school onderwijs zo is opgezet, dat ieder kind de mensheidsgeschiedenis in een notendop nog eens doorloopt. Dus een periode met de oudste beschavingen waar we het spijkerschrift van leren, doorgaand tot de Egyptische periode met hiëroglyfen, daarna de Romeinse periode met letters als getallenschrift etc. Later komt dan de Griekse periode en middeleeuwen, gouden eeuw tot aan de moderne industriële tijd. 
In liederen, muziek, toneelstukken, verhalen komen al deze cultuuraspecten aan bod en dat is al een rijkdom op zich. Voor het gewone, reguliere middelbare schoolonderwijs heeft de overheid en ministerie van onderwijs bepaald ,welke geschiedenisperioden “belangrijk” zijn en in de "canon" horen en terugkeren in de examenstof. De rest wordt gewoon overgeslagen en weggelaten.

Ieder kind is een geestelijk–zielenwezen en daarom is een religieuze houding en christelijke opvoeding zeker nodig . De vrije-school doet dat op een speciale manier, waarbij veel aandacht wordt besteedt aan de christelijke jaarfeesten. Toch is het godsdienstonderwijs veel breder en komen ook Zarathustra,  Enlil en Enkido uit Gilgamesh,  de "Asen" in de Eddah, Boeddha,  Mohammed, Franciscus en Jezus Christus aan bod evenals hun (mythische) verhalen.


Gebeitelde en geschuurde , dooraderde marmersteen.


Een ander belangrijk didactisch en pedagogisch principe is het feit dat ieder kind "drieledig en vierledig"is. Drieledig omdat drie verschillende kwaliteiten aangesproken en ontwikkeld moeten worden: het verstand of intellect, het hart met gevoelsleven en het wilsgebied met de ledematen. Kinderen moeten dus vooral ook heel fysiek veel kunnen bewegen, spelen, sporten, springen en stampen. Zo worden de (Romeinse) legers in opmars stampend geoefend en ook de rekenkundige tafeltjes door bewegingen getraind. Ook de maten in de muziek of de rijmsoorten in gedichten. Het is vooral bewegingsonderwijs dat ook het gemoed en gevoel aanspreekt en ondersteunt bij het memoriseren en onthouden. De drie kwaliteiten en hun interactie zijn zeer belangrijk.
De vierledigheid is gebaseerd op de vier lichamen, die ieder mens heeft volgens Rudolf Steiner: een fysiek-stoffelijk lichaam, een etherisch lichaam, een astraal lichaam en een ik- geestelijk- mentaal lichaam.

Verder heb ik als ouder ook geleerd dat kinderen opgevoed worden tot vrije, zelfstandige en verantwoordelijke mensen en burgers. Zij moeten voldoende bagage krijgen dat zij eigenstandig verantwoorde studie- en beroepskeuzes kunnen maken en hun unieke bijdrage kunnen leveren in de samenleving, die past bij hun talenten en kwaliteiten.

De kunst en kunde is het dan om kinderen in aanraking te laten komen met een breed scala aan ambachten, materialen, vaardigheden, kunstzinnige en culturele invalshoeken. Prachtig is om te zien hoe de leerlingen leren wol spinnen, breien en haken (ook de jongens), houtbewerken, koperslaan, ijzersmeden, emailleren en steenhouwen. Ze oefenen om van klei kopjes te vormen, deze te glazuren  en te bakken. Of wilgentenen vlechten tot een mandje,  verder ook papier "scheppen" en later inbinden tot een boek, ze leren stoffen poppen en/of  dieren te maken, een vogelhuisje timmeren, een hangmat knopen, en bij handvaardigheid zichzelf helemaal kunnen “kleden”. Dat begint bij leer bewerken voor het maken van schoenen, dan sokken breiden. Vervolgens een broek, hemd en jas ontwerpen, knippen en naaien en uiteindelijk zelfs een hoofddeksel bedenken en maken van vilt. Dan is de mens af en klaar voor de wereld. 
In het lesprogramma leerden de kinderen ook maaltijden bereiden en koken. Ook die vaardigheid heeft ieder mens nodig om in zijn eerste levensbehoeften te voorzien. Symbolisch is ook dat de leerlingen in de twaalfde klas een periode besteden aan het tekenen van hun ideale droomhuis op kalkpapier.  Ze moeten daarbij meteen meetkundige inzichten  toepassen om een uitwerking te maken van een schaalmodel met alle aanzichten zoals voorzijde, achterkant, zijkant en bovenkant. Bij een huis met meerdere verdiepingen is dat een hele minutieuze opgave.  Een mooiere afronding is niet denkbaar als ook "het eigen huis" af is !  


Grote uitgegutste fruitschaal met zelf gevormde, geglazuurde en gebakken aardewerken bekers. 


Prachtige herinneringen heb ik ook aan de vele muziek- , kooruitvoeringen en zeker ook toneelopvoeringen. Voor een toneelstuk werd zelfs zes weken uitgetrokken om samen een decor te bedenken en te realiseren , de passende kleding en rolverdeling uit te zoeken en natuurlijk het (van buiten-) leren van de toneelteksten en rollen. De toneelleerkracht of klassenleerkracht had een stuk gekozen of onderwerp/ periode gekozen dat past bij de leerstof van dat jaar. De rolverdeling werd zo gekozen om alle leerlingen uit te dagen door ze in een andere tijd te plaatsen, met andere moeilijkheden, of in een andere levensfase, of zelfs in een ander geslacht. 
Als afsluitend toneelstuk op de Regenboog voerde de klas van Meester Chris Peels een oosters toneelstuk op met als titel Prinses Turandot , waarbij een aantal meisjes gesluierd hun buikdans-kunsten vertoonden tegen een decor uit het Verre Oosten. Wat een metamorfose en hoe trots waren de stralende kinderen.    
Zo heb ik raar staan kijken om mijn jongste dochter opeens in mannenkleren en met een grote opgestopte buik op het toneel te zien staan en te praten met een zware stem in “My fair Lady. Ook bijzonder was mijn normaal zeer bewegelijke zoon, die opeens een oude gebochelde man leunend op een stokje moest spelen in het Zeemansverhaal “Op hoop van Zegen”.
Ontroerd was ik ook door het uitgevoerde toneelspel Anatevka met mijn oudste dochter als een van de drie dochters van Tevje, die opeens met klagende stem roept “maar Papa…”. 
De toneel- en bovenbouwleerkracht Francis van Maris wist de kinderen tot het uiterste te prikkelen.   

Prachtig was ook mijn oudste dochter in een hoofdrol als het kindermeisje bij de familie von Trapp in de musical Sound of Music en die de vele moeilijke liedjes opeens ten gehore brengt. Petje af.  Groepsleerkracht Jack Verhulst was niet alleen regisseur, maar speelde mee en zong zelf de liedjes van Herr Von Trap.  






Er is ook heel veel te vertellen over de jaarlijkse getuigschriften, de schoolkampen en de drie stages. 
Zo is er in klas 9 de winkelstage, in klas 10  de maatschappelijke stage en in klas 11 de bedrijfs of industriële stage die allemaal  6 weken duurden. Enkele jaren geleden hebben ook reguliere middelbare scholen een maatschappelijke stage ingevoerd, maar dat ging maar om een paar dagen.
Op de Vrije School Brabant kende men daarnaast een kennismakingskamp in de middenbouw , later een landmeetkamp , gevolgd door een schoolkamp voor geologisch/ fossielen onderzoek in bv de Mergelgrotten of Ardennen met daarbij een bezoek aan een steenkoolmijn. Ook een landbouwkamp op een BD-boerderij in Zeeland of Texel/Terschelling.    

Belangrijk is zeker ook de eindreis in klas 12 en vooral ook het individuele eindwerkstuk en presentatie van de leerling als afronding. Verder denk ik ook graag terug aan de euritmie-uitvoeringen en kerkuitvoeringen van het bovenbouwkoor samen met het schoolorkest waar bekende klassieke stukken werden gespeeld. Muziekleerkracht Hans Nijnens wist er een mooie uitvoering van te maken. Zo herinner ik me nog een prachtige Peer Gynt uitvoering en stukken uit Mozart's opera "Die Zauberflöte". 




Aangeklede pop

Je zou bijna denken dat er bij zo'n uitgebreid scala aan kunstzinnige en praktische vakken geen tijd overblijft voor het basis-leerprogramma. Toen mijn oudste kind begon op de vrije middelbare school ergens in 1996 of 1997 konden de leerlingen de 12e  klas afsluiten met een vrije school getuigschrift en daarnaast hadden ze al eerder een IVO-Mavo diploma gehaald. Later onder druk van Onderwijsminister Netelenbos moesten ook vrije scholen profielen met een bijpassend vakkenpakket aanbieden voor een VMBO,-T,  HAVO en/of VWO-diploma. Dat is uiteindelijk ook ingevoerd, maar met als gevolg dat veel praktische en kunstzinnige vakken zijn komen te vervallen of erg zijn ingekrompen.   
De vrije school heeft aan de ouders maar zeker ook aan de kinderen veel dierbare ervaringen gegeven, die ze als bagage meenemen in hun verdere leven en die zijn van onschatbare waarde.
De vrije school in Eindhoven heeft twee jaar op rij tot de beste middelbare van Eindhoven gehoord,  maar is recentelijk weer afgezakt naar de onderste plaats.
https://vrijescholen.blogspot.com/2015/01/novaliscollege-topschool.html

Mocht je verder geïnteresseerd zijn dan is het in 2019 verschenen dikke en grote boek:"Het Goud van Waldorf"  een aanrader. Het is uitgegeven door vrije-school tijdschrift Seizoener ter gelegenheid van het honderd jarig bestaan van het vrije-school-onderwijs. Zij spreken over het goud of de kroonjuwelen die de vrije scholen wereldwijd aan de kinderen meegeven.