dinsdag 10 juli 2012

Vrijescholen en Sociale Driegeleding

Onderstaand artikel zal geplaatst worden in het Michaelsnummer Okt. 2012

Ingezonden reactie op drieluik “Waardebetrokken Handelen” van A. Sijens in Lerarenbrieven

Als echtgenoot van een vrijeschoolleerkracht, medeoprichter van een vrijebasisschool, oud-bestuurslid en voorzitter van een vrijeschool-medezeggenschapsraad en lid van de projectgroep voor Nieuwbouw Novaliscollege te Eindhoven, ben ik al jaren geïnteresseerd in de ontwikkeling van vrijescholen en lees ik ook meestal de Lerarenbrieven.
De sociale driegeleding heeft daarin altijd mijn bijzondere aandacht gehad en na jarenlange studie heb ik ook een theoretische bijdrage willen leveren door het laten verschijnen van een boek, Trias Politica Ethica.

Vandaar dat ik de artikelen van mevr. A. Sijens met grote belangstelling heb gelezen, ook omdat ik haar nog ken uit de tijd dat zij als organisatieadviseur was ingehuurd door het Novaliscollege (of diens rechtsvoorganger de Vrije School Brabant).
Na lezing van het artikel was ik echter zeer verbaasd over de wijze waarop het gedachtengoed van de sociale driegeleding wordt uitgelegd en gehanteerd, en vandaar deze reactie.

De Vrije Schoolbeweging en de Sociale Driegeledingsbeweging hebben al decennialang een moeizame relatie gehad zoals ook heel duidelijk is gemaakt in het boek van Dieter Brüll Vrije School en sociale driegeleding uit 2001 (uitgeverij Nearchus).
Vrijescholen zien vaak het belang van sociale driegeleding in hun eigen organisatie niet in, met als gevolg, zoals Dieter Brüll het formuleert: “Zonder vorm is de geest werkloos”.

Rudolf Steiner heeft de sociale driegeleding beschreven in 1919 en uitgelegd als ideale maatschappijvorm. De essentie is een driegelede macro-sociale visie waarbij een rechtsleven onderscheiden dient te worden van een economisch en geestesleven. In ieder van de drie geledingen gelden kernwaarden. Bij het geestesleven de vrijheid, bij het rechtsleven de gelijkheid en bij het economisch leven de broederschap of solidariteit.
Binnen de driegeledingsbeweging is er een kleine groep met als belangrijkste boegbeelden Dieter Brüll, Mouringh Boeke en John Hogervorst, die stellen dat de sociale driegeleding ook op mesoniveau (dus in organisaties en instituties) kan worden toegepast. Het gaat er dus om rechtsvragen te onderscheiden van economische opgaven en geestelijke idealen. Die verschillende vragen zouden in verschillende structuren of organen besproken moeten worden vanuit de bijbehorende principes. Dat is de essentie en ook terug te lezen in het prachtige boek "De sociale impuls van de antroposofie" van Dieter Brüll.

Nu naar de kern van mijn bezwaren tegen de artikelen van Mevr. Sijens. Zij is kennelijk onvoldoende op de hoogte wat de sociale driegeleding, zoals bedoeld en beschreven door Rudolf Steiner, betekent. De sociale driegeleding is zelfs op te vatten als maatschappijwetenschap die voldoet aan de hoogste academische eisen (zie ook de promotie van Christward Dieterman getiteld "Trias Ethica" Universiteit Leiden, 23 oktober 2007). Naar mijn mening kun je de sociale driegeleding dus niet zomaar willekeurig gebruiken zoals Mevr. Sijens doet.

Zo suggereert zij dat er "een samenhang is tussen de basale waarden veiligheid, vertrou-wen en vitaliteit en de drie geledingen van het sociale leven". Rudolf Steiner heeft inderdaad basale waarden van vrijheid, gelijkheid en broederschap gekoppeld aan de verschillende sociale of maatschappelijke geledingen.
Mevr. Sijens vervangt deze waarden nu door geheel andere waarden, hetgeen zeer verwarrend is. Iets vergelijkbaars doet Mevr. Sijens daar waar ze “de drieledigheid van de mens (denken, voelen en willen) in iedere geleding gaat plaatsen”. Ze maakt totaal niet duidelijk waarom het zinvol is om in iedere geleding het denken, voelen en willen te onderscheiden.

Rudolf Steiner heeft wel geschreven dat hij het idee van de maatschappelijke of sociale driegeleding ontleend heeft aan het concept van de drieledigheid van de mens, maar dat is totaal iets anders dan dat er een samenhang is tussen de drieledigheid van denken, voelen en willen of handelen en sociale driegeleding.
Een citaat: “Het geestesleven wordt zichtbaar in de professionaliteit van de medewerkers en de cultuur die zij met elkaar scheppen. Een veilig leer- en werkklimaat schept daarvoor de basis” en dus is veiligheid volgens Sijens een basale waarde!?? Natuurlijk is veiligheid een basale waarde voor een mens, in een organisatie en ook samenleving, maar niet speciaal of alleen voor het geestesleven!! De Amerikaanse psycholoog Maslow heeft dat al een eeuw geleden beschreven (piramide van Maslow).
Het gaat hier dus niet alleen om een semantisch verschil tussen kern- of basiswaarde en basale waarde.

Volgens Mevr. Sijens hangt “het economisch leven samen met de relatie van de school met de zich ontwikkelende markt”. Volgens Dieter Brüll gaat het bij het economisch leven om het bevredigen van behoeften en gaat het om het beheren van economische, schaarse goederen en dat moet je zo economisch (efficiënt en effectief) mogelijk doen. Dat is dus veel breder dan alleen de marketingfunctie die Sijens noemt.

Het is voor mij nog enigszins te begrijpen dat in het geestesleven de zielenkwaliteit ‘denken’ omschreven kan worden als kennis, maar waarom in het rechtsleven als bevrijding en in het economisch leven als i>herhaling?? De manier waarop mevr. Sijens begrippen hanteert en in verband brengt met andere antroposofische concepten, draagt helaas niet bij aan een beter inzicht. Juist dat laatste is volgens mij noodzakelijk om in vrijescholen de sociale driegeleding tot leven te brengen !
P.S. Voor degenen die niet genoeg hebben aan de kennis uit de eerder genoemde boeken, is er ook de opleiding Sociale Driegeleding "Impuls", die jaarlijks wordt gegeven door John Hogervorst en anderen bij cursuscentrum De Zonneboom in Leiden.