donderdag 26 juni 2008

Vrije school in de publiciteit

Op 10-10-2007 werd onderstaand bericht verstuurd : 

 Geachte Heer Kranenborg(leraar Vrije School Amsterdam), 

 Met grote vreugde heb ik uw artikel getiteld "Ze doen maar wat" in het laatste nummer van de lerarenbrieven gelezen en ik ben blij dat iemand de handschoen oppakt en de reacties niet overlaat aan ouders of leerlingen (zoals te zien is bij de ingezonden brieven nav het artikel in het NRC). 

Anderzijds is het daarom wel jammer dat geen leerkracht en ook geen Vereniging van Vrije Scholen het gedachtengoed openlijk verdedigd, maar eerder kiest voor de zijde van de inspectie. 
 Inderdaad gaat het om de drieledige mens die een ontwikkeling doormaakt. 
Dat moet ook in een NRC komen en misschien moet er dan een ingekorte versie van uw verhaal komen. In de laatste alinea doet U een oproep en terecht, want ook een vrije school moet een kwaliteitssysteem hebben en een leerlingvolgsysteem, maar dan een op eigen leest geschoeide vorm die ook acceptabel is voor de inspectie en wensen van ouders. 
Het zou de vereniging van Vrije scholen sieren als zij met het geld dat zij van scholen krijgen ook onderzoek (en publicaties) zouden laten uitvoeren juist op dit gebied. Hoeveel wetenschappelijke promotie onderzoeken zijn er uitgevoerd op Vrije Scholen? En wat heeft het opgeleverd? 

 Ik kan me er maar een herinneren en die ging over het feit dat meisjes op een vrije school gemiddeld later menstrueren. Er is veel meer mogelijk en juist op het vlak van meervoudige intelligenties (dus niet alleen IQ) waar de kunstzinnige vakken een belangrijke rol bij spelen.
 Of de resultaten van schooltoneel op de sociaal-emotionele (ziele-)gesteldheid, zoals inmiddels uit algemeen wetenschappelijk onderzoek is gebleken. 
Vrije scholen hebben ook een morele plicht (naar ouders en overheid) om ook verslag te doen van het ontwikkelingsproces maar dan in de meest brede zin (naar hoofd, hart en ledematen) . 
Pedagogische kindbesprekingen kunnen een schat aan informatie opleveren als de resultaten van alle vakken mee in ogenschouw worden genomen. 
Als wiskunde blijft hangen , hoe gaat het dan bij muziek of handwerken, waar ook een analytische, abstracte kant aan zit?? 
Remedial teaching kan ook verder ontwikkeld worden, dan alleen maar bijles in een bepaald vak. Wanneer helpt euritmie bij een kind ? Of boetseren danwel muziek of schildertherapie? 
Dat moet dan wel geëevalueerd worden.

Geen opmerkingen: