|
Variatie op de platonische vormen in geboetseerde klei. |
Zelf heb ik
mijn lagere schoolperiode doorgebracht in een dorps-katholieke jongensschool, waar het onderwijs mager en sober was. In de klassen vond je wat planten op de
vensterbank, kasten met boeken, wat schriften en natuur- en landkaarten aan
de muur. In het klaslokaal stonden kleine
tafeltjes met inktpotten waarin we onze kroontjespen moesten dopen . Gelukkig
kwamen er later ballpoints die het schrijven vergemakkelijkten.
|
Uit koperplaten rondgeslagen helften die aan elkaar gesoldeerd zijn tot ballen. |
Hoe anders
is dan het vrije school onderwijs dat in 1919 door Rudolf Steiner in Stuttgart
is begonnen als een school voor kinderen van arbeiders uit de plaatselijke sigarettenfabriek, Waldorf Astoria, van ondernemer Emil Molt.
Nieuw en fundamenteel was het uitgangspunt dat de school er is vóór de kinderen én hun
ontwikkeling ! Dat moet centraal staan en niet de eisen of wensen van de
staat, de kerk of het bedrijfsleven. Het
direct daarbij aansluitende wezenlijke uitgangspunt is dat ieder kind een lichamelijk en ziele-wezen is, dat vanuit de geestelijke
wereld op aarde komt met een wilsvoornemen en vele ervaringen die in hem/haar
sluimeren. Een kind is dus geen
onbeschreven blad(tabula rasa) of leeg vat dat gevuld moet worden met kennis of
gevoelens.
|
Een uit een blok hardhout gebeitelde en ovaalgevormde en afgewerkte schaal |
Dat zijn de uitgangspunten van de pedagogiek voor het vrije-school onderwijs en was indertijd voor mij
doorslaggevend bij de zoektocht naar een geschikte onderwijsvorm voor onze drie
kinderen.
Na wat open dagen en voorlichtingsbijeenkomsten was onze
keuze snel gemaakt en daarvoor zijn we nu decennia later nog steeds heel
dankbaar. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat er ook van ouders veel wordt verwacht. Niet alleen een hogere jaarlijkse ouderbijdrage, maar ook klussen uitvoeren zoals het poetsen van de klas per toerbeurt of op ouderavonden knutselen voor de kinderen. Soms was dat een mooie tekening of schildering, maar soms ook handenarbeid zoals het maken van een kinderlier. Je krijgt er anderzijds ook heel veel voor terug.
Voor mij ging een nieuwe wereld open toen ik ons oudste kind naar de peuterklas bracht en er ook een tijdje mocht blijven op die eerste
dag. Het waren best redelijk grote groepen van 3 en 4 jarigen door elkaar bestaande uit ongeveer
25 kinderen. De inrichting was helemaal aangepast aan de kinderen met natuurlijke kleuren (pastel gesluierde
muren) en veel natuurlijke materialen
zoals houten speelgoed, wollen en katoenen stoffen, poppen, kleine keukentjes
etc. Meteen was duidelijk: “het
kind staat centraal”.
In een grote kring stonden de stoeltjes waarop de
kinderen gingen zitten en korte tijd later begon de leerkracht een liedje
te zingen met een soort Jan Klaassen pop in zijn handen, die alle kinderen begroette
en op een vrolijke manier de dag inluidde. De kinderen zongen en bewogen volop
mee. In deze basis kleuterjaren staat het levendige
onderlinge spel en eten/drinken voorop en geen cijfers of letters. Met
ontroering voor zoveel schoonheid en liefde voor deze jongste kinderen ben ik vertrokken en kon ik mijn kind met een gerust
hart achterlaten. Hier is hij in “goede handen”.
|
Op bijna wiskundige manier gevouwen papier tot ster of sneeuwkristal. |
Dat was
nog maar het begin, want het vrije-school onderwijs is ontwikkeld en in de meest ideale situatie bedoeld voor kinderen van 3 tot 18 jaar. Te beginnen
met peuter/kleuterschool, onderbouw (lagere school t/m klas 6), middenbouw (klas
7en 8) en bovenbouw (klas 9 t/m 12). Dan komt het hele lesprogramma en leerplan
volledig tot zijn recht, want het is een over de jaren verdeelde maar toch geïntegreerde
onderwijsvisie.
|
Het boetseren van een hoofd uit witte klei en later bakken levert verschillende resultaten op. |
Een ander uitgangspunt dat essentieel is en dat wij als
ouders op ouderavonden of tijdens lezingen wel eens
te horen kregen was dat het vrije-school onderwijs zo is opgezet, dat ieder kind de mensheidsgeschiedenis in een
notendop nog eens doorloopt. Dus een periode met de oudste
beschavingen waar we het spijkerschrift van leren, doorgaand tot de Egyptische
periode met hiëroglyfen, daarna de Romeinse periode met letters als getallenschrift etc. Later komt dan de Griekse periode en middeleeuwen,
gouden eeuw tot aan de moderne industriële tijd.
In liederen, muziek, toneelstukken,
verhalen komen al deze cultuuraspecten aan bod en dat is al een rijkdom op
zich. Voor het gewone, reguliere middelbare schoolonderwijs heeft de overheid
en ministerie van onderwijs bepaald ,welke geschiedenisperioden “belangrijk”
zijn en in de "canon" horen en terugkeren in de examenstof. De rest wordt gewoon overgeslagen
en weggelaten.
Ieder kind is een geestelijk–zielenwezen en daarom is een
religieuze houding en christelijke opvoeding zeker nodig . De vrije-school doet dat
op een speciale manier, waarbij veel aandacht wordt besteedt aan de christelijke
jaarfeesten. Toch is het godsdienstonderwijs veel breder en komen ook
Zarathustra, Enlil en Enkido uit Gilgamesh,
de "Asen" in de Eddah, Boeddha, Mohammed, Franciscus en Jezus Christus aan bod evenals hun (mythische)
verhalen.
|
Gebeitelde en geschuurde , dooraderde marmersteen. |
Een ander belangrijk didactisch en pedagogisch principe is
het feit dat ieder kind "drieledig en vierledig"is. Drieledig omdat drie
verschillende kwaliteiten aangesproken en ontwikkeld moeten worden: het
verstand of intellect, het hart met gevoelsleven en het wilsgebied met de
ledematen. Kinderen moeten dus vooral ook heel fysiek veel kunnen bewegen, spelen,
sporten, springen en stampen. Zo worden de (Romeinse) legers in opmars stampend
geoefend en ook de rekenkundige tafeltjes door bewegingen getraind. Ook de
maten in de muziek of de rijmsoorten in gedichten. Het is vooral
bewegingsonderwijs dat ook het gemoed en gevoel aanspreekt en ondersteunt bij
het memoriseren en onthouden. De drie kwaliteiten en hun interactie zijn zeer
belangrijk.
De vierledigheid is gebaseerd op de vier lichamen, die ieder
mens heeft volgens Rudolf Steiner: een fysiek-stoffelijk lichaam, een etherisch
lichaam, een astraal lichaam en een ik- geestelijk- mentaal lichaam.
Verder heb ik als ouder ook geleerd dat kinderen opgevoed worden
tot vrije, zelfstandige en verantwoordelijke mensen en burgers. Zij moeten
voldoende bagage krijgen dat zij eigenstandig verantwoorde studie- en beroepskeuzes
kunnen maken en hun unieke bijdrage kunnen leveren in de samenleving, die past
bij hun talenten en kwaliteiten.
De kunst en kunde is het dan om kinderen in aanraking te
laten komen met een breed scala aan ambachten, materialen, vaardigheden,
kunstzinnige en culturele invalshoeken. Prachtig is om te zien hoe de
leerlingen leren wol spinnen, breien en haken (ook de jongens), houtbewerken, koperslaan,
ijzersmeden, emailleren en steenhouwen. Ze oefenen om van klei kopjes te vormen, deze te glazuren en te bakken. Of wilgentenen vlechten tot een mandje, verder ook papier "scheppen" en later inbinden tot een boek, ze leren stoffen poppen en/of dieren te maken, een
vogelhuisje timmeren, een hangmat knopen, en bij handvaardigheid zichzelf helemaal kunnen “kleden”. Dat begint bij leer bewerken voor het maken
van schoenen, dan sokken breiden. Vervolgens een broek, hemd en jas ontwerpen, knippen en naaien
en uiteindelijk zelfs een hoofddeksel bedenken en maken van vilt. Dan is de mens af en klaar voor de wereld.
In het lesprogramma leerden de kinderen ook maaltijden bereiden en koken. Ook die vaardigheid heeft ieder mens nodig om in zijn eerste levensbehoeften te voorzien. Symbolisch is ook dat de leerlingen in de twaalfde klas een periode besteden aan het tekenen van hun ideale droomhuis op kalkpapier. Ze moeten daarbij meteen meetkundige inzichten toepassen om een uitwerking te maken van een schaalmodel met alle aanzichten zoals voorzijde, achterkant, zijkant en bovenkant. Bij een huis met meerdere verdiepingen is dat een hele minutieuze opgave. Een mooiere afronding is niet denkbaar als ook "het eigen huis" af is !
|
Grote uitgegutste fruitschaal met zelf gevormde, geglazuurde en gebakken aardewerken bekers. |
Prachtige
herinneringen heb ik ook aan de vele muziek- , kooruitvoeringen en zeker ook
toneelopvoeringen. Voor een toneelstuk werd zelfs zes weken uitgetrokken om
samen een decor te bedenken en te realiseren , de passende kleding en
rolverdeling uit te zoeken en natuurlijk het (van buiten-) leren van de
toneelteksten en rollen. De toneelleerkracht of klassenleerkracht had een stuk
gekozen of onderwerp/ periode gekozen dat past bij de leerstof van dat jaar. De
rolverdeling werd zo gekozen om alle leerlingen uit te dagen door ze in een
andere tijd te plaatsen, met andere moeilijkheden, of in een andere levensfase,
of zelfs in een ander geslacht.
Als
afsluitend toneelstuk op de Regenboog voerde de klas van Meester Chris Peels een oosters toneelstuk op
met als titel Prinses Turandot , waarbij een aantal
meisjes gesluierd hun buikdans-kunsten vertoonden tegen een decor uit het Verre
Oosten. Wat een metamorfose en hoe trots waren de stralende kinderen.
Zo
heb ik raar staan kijken om mijn jongste dochter opeens in mannenkleren en met
een grote opgestopte buik op het toneel te zien staan en te praten met een
zware stem in “My fair Lady”. Ook bijzonder was mijn
normaal zeer bewegelijke zoon, die opeens een oude gebochelde man leunend op
een stokje moest spelen in het Zeemansverhaal “Op hoop van Zegen”.
Ontroerd
was ik ook door het uitgevoerde toneelspel Anatevka met
mijn oudste dochter als een van de drie dochters van Tevje, die opeens met klagende
stem roept “maar Papa…”.
De
toneel- en bovenbouwleerkracht Francis van Maris wist de kinderen tot het
uiterste te prikkelen.
Prachtig
was ook mijn oudste dochter in een hoofdrol als het kindermeisje bij de familie
von Trapp in de musical Sound of Music en die de vele
moeilijke liedjes opeens ten gehore brengt. Petje af. Groepsleerkracht
Jack Verhulst was niet alleen regisseur, maar speelde mee en zong zelf de
liedjes van Herr Von Trap.
Er is ook
heel veel te vertellen over de jaarlijkse getuigschriften,
de schoolkampen en de drie stages.
Zo is
er in klas 9 de winkelstage, in klas 10 de maatschappelijke stage en
in klas 11 de bedrijfs of industriële stage die allemaal 6 weken duurden.
Enkele jaren geleden hebben ook reguliere middelbare scholen een
maatschappelijke stage ingevoerd, maar dat ging maar om een paar dagen.
Op de Vrije
School Brabant kende men daarnaast een kennismakingskamp in de
middenbouw , later een landmeetkamp ,
gevolgd door een schoolkamp voor geologisch/ fossielen onderzoek in
bv de Mergelgrotten of Ardennen met daarbij een bezoek aan een steenkoolmijn.
Ook een landbouwkamp op een BD-boerderij in Zeeland of
Texel/Terschelling.
Belangrijk is zeker ook de eindreis in klas 12 en
vooral ook het individuele eindwerkstuk en presentatie van
de leerling als afronding. Verder denk ik ook graag terug aan de
euritmie-uitvoeringen en kerkuitvoeringen van het bovenbouwkoor samen
met het schoolorkest waar bekende klassieke stukken
werden gespeeld. Muziekleerkracht Hans Nijnens wist er een mooie uitvoering van
te maken. Zo herinner ik me nog een prachtige Peer Gynt uitvoering
en stukken uit Mozart's opera "Die Zauberflöte".
|
Aangeklede pop |
Je zou bijna denken dat er bij zo'n uitgebreid scala aan
kunstzinnige en praktische vakken geen tijd overblijft voor het
basis-leerprogramma. Toen mijn oudste kind begon op de vrije middelbare school
ergens in 1996 of 1997 konden de leerlingen de 12e klas afsluiten met een
vrije school getuigschrift en daarnaast hadden ze al eerder een IVO-Mavo
diploma gehaald. Later onder druk van Onderwijsminister Netelenbos moesten ook
vrije scholen profielen met een bijpassend vakkenpakket aanbieden voor een
VMBO,-T, HAVO en/of VWO-diploma. Dat is uiteindelijk ook ingevoerd, maar
met als gevolg dat veel praktische en kunstzinnige vakken zijn komen te
vervallen of erg zijn ingekrompen.
De vrije school heeft aan de ouders maar zeker ook aan de
kinderen veel dierbare ervaringen gegeven, die ze als bagage meenemen in hun
verdere leven en die zijn van onschatbare waarde.
De vrije school in Eindhoven heeft twee jaar op rij tot de beste middelbare van Eindhoven gehoord, maar is recentelijk weer afgezakt naar de onderste plaats.
https://vrijescholen.blogspot.com/2015/01/novaliscollege-topschool.html
Mocht je verder geïnteresseerd zijn dan is het in
2019 verschenen dikke en grote boek:"Het Goud van Waldorf"
een aanrader. Het is uitgegeven door vrije-school tijdschrift
Seizoener ter gelegenheid van het honderd jarig bestaan van het
vrije-school-onderwijs. Zij spreken over het goud of de kroonjuwelen die de
vrije scholen wereldwijd aan de kinderen meegeven.