vrijdag 27 december 2019

Het originele lesrooster van de Vrije School



Penta(5) tonige kinderlier van Choroi


In een ander artikel heb ik de vakken en de uitgangspunten van het vrije school onderwijs besproken.
Zie https://vrijescholen.blogspot.com/2019/12/de-weldadige-overvloed-van-de-vrije.html

Hier wil ik wat meer ingaan op het lesrooster zelf , zowel wat de aard als de opbouw betreft.
De schooldag begint met twee lesuren periode-onderwijs, daarna volgen de theorielessen die een heel jaar doorlopen met steeds één of twee lesuren per week, zoals het vak Nederlands, Engels, rekenen of wiskunde. De middaguren worden veelal verdeeld over de kunstzinnige en handvaardigheidslessen, zoals handwerken, houtbewerken, muziek, gymnastiek en euritmie.

Verschillende Bouwstijlen uit de Middeleeuwen


 In de blokken periode- onderwijs wordt zes weken intensief aandacht besteedt aan een project of bepaald onderwerp. In een geconcentreerde vorm kun je een thema of project grondig belichten en uitwerken en daarna laten bezinken.
Zo kan het gaan om een periode kunstgeschiedenis, filosofie of dichtkunst. Ook kan het een thema of onderwerp zijn uit een vakgebied dat extra geconcentreerde aandacht verdient zoals actuele ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan genetische manipulatie, seksualiteit, milieu en klimaatproblemen. 

In de 11e of 12e klas komt ook een biografieperiode en vaak ook een periode-blok dat besteedt wordt aan Parcival. Deze graal-legende of epos van Wolfram van Eschenbach heeft vele interessante lagen die als het ware afgepeld kunnen worden. Het gaat om een uiterlijke, maar ook innerlijke zoektocht waar ieder mens mee te maken krijgt en daarom heel inspirerend en vormend is voor de jonge, opgroeiende mens. Het geeft de docent heel veel mogelijkheden om zelf accenten aan te brengen en eigen invalshoeken te kiezen afhankelijk van wat een klas en de leerlingen eruit halen en willen oppakken.

Onderwijs geven is geen routine of klusje, maar een kunst. Het is juist de wisselwerking en interactie tussen de volwassene, de leraar enerzijds en de jonge puber of leerling anderzijds waardoor er een inspirerende ontwikkeling kan ontstaan. 
Voor het onderwijs in het  basis onderwijs maar ook middelbaar onderwijs is afwisseling erg belangrijk. In het reguliere onderwijs heb je bijna een jaar lang hetzelfde lesrooster met meestal 1 lesuur voor theorievakken en  2 lesuren voor gymnastiek en handenarbeid. Het is een vast patroon, maar dat leidt ook tot een slaapverwekkend ritme dat gaat vervelen. Het hoge percentage voortijdige schoolverlaters en met name onder jongens is misschien wel een resultaat daarvan.

Verschillende zelfgemaakte bamboefluiten van piccolo, sopraan tot alt.




















In het vrijeschool onderwijs bestaat een grote afwisseling in lesvormen en didactische benaderingen.
 Zo wordt in de eerste jaren van het basisonderwijs rekening gehouden met de vier lichaams- of  element-typen van water(flegmatisch), vuur(cholerisch) , aarde(melancholisch) en lucht (sanguinisch).
 In de hogere jaren verandert dat geleidelijk naar de zeven planeten- of ziele-typen en in de laatste jaren van de bovenbouw in twaalf geest-typen, die aansluiten bij de astrologische sterrenbeelden.  
Deze typen of persoonlijkheden komen voor in de klas en de leerkracht zou alle (kind-)typen moeten kunnen aanspreken.  Levendig  herinner ik me daarvan nog een voorbeeld dat een leraar op vier totaal verschillende manieren een gedicht voordroeg om ouders een idee te geven wat die element-typen in de praktijk  betekenen.

Dat geldt ook voor de verhalenstof waar je door middel van stemverheffingen of ritmewijzigingen, de temperamenten kunt benadrukken en aansporen. Ieder kind-type moet aangesproken worden.
Het bijzondere van de vrije school is dat er weinig boeken gebruikt worden in de onderbouw voor de diverse vakken. Natuurlijk zijn we wel romans en dichtbundels en ook  grammaticaboeken voor Nederlands, Frans , Duits en Engels,  maar geen aardrijkskunde, geschiedenis, biologie,  natuurkunde of scheikunde boeken. Wiskunde is lang een twijfelgeval geweest, maar inmiddels hebben de meeste vrije scholen wel een wiskundeboek.

voorblad Kunstgeschiedenis periodeschrift


Het idee is dat de kinderen hun schriftelijk werk zodanig vormgeven met tekst en illustraties, dat het een soort “eigen” boekwerken worden. Door alle zintuigen aan te spreken en in te zetten kan het kind zich beter en dieper met het onderwerp en de lesstof verbinden.

De vrije school heeft ook een vak , dat nergens anders gegeven wordt: Euritmie.
Dat is een vorm van bewegingskunst die door sommigen "zweverig ballet" wordt genoemd, maar eigenlijk een nieuwe kunstvorm is die letters en woorden(meerdere letters) direct omzet in een vorm en beweging. Zo kun je als het ware een gedicht of tekst in een driedimensionale vorm zien.
In de vrije school is het ook zo dat kinderen verteld wordt dat letters ook afgeleid zijn van beelden en begrippen.  De letter K is bijvoorbeeld afgeleid van het begrip Koning. Bij de euritmie is de letter I bijvoorbeeld een beweging waarbij de hand een verticale beweging maakt van boven naar beneden voor het lichaam.  Voor de S maakt men een soort slangenbeweging. etc.  Voor bepaalde kinderen is er ook heileuritmie , die individuele kinderen helpt.   

Hieronder vind je een aantal illustraties en voorbeelden uit periode- en vakles-schriften. 
   De kunstzinnige kant en verwerking is minstens zo belangrijk als de cognitieve lesstof.  Hoofd  en hart moeten allebei aangesproken worden. In de onderbouw zijn dat meer de eerbiedskrachten, daarna de nabootsingskrachten en al laatste pas de intellectuele verstandskrachten die aangesproken worden.

Zie ook:   https://vrijescholen.blogspot.com/2020/01/getuigschriften-en-eindwerkstukken.html

prehistorie met moedergodin  


Geen opmerkingen: