Na eerdere stukken
over de uitgangspunten van het vrije schoolonderwijs en het lesprogramma wil ik
nu wat meer aandacht besteden aan de eindbeoordelingen en ook de eindwerkstukken. Zie
https://vrijescholen.blogspot.com/2019/12/de-weldadige-overvloed-van-de-vrije.html
en https://vrijescholen.blogspot.com/2019/12/het-originele-lesrooster-van-de-vrije.html
https://vrijescholen.blogspot.com/2019/12/de-weldadige-overvloed-van-de-vrije.html
en https://vrijescholen.blogspot.com/2019/12/het-originele-lesrooster-van-de-vrije.html
Notitieboek van geschept papier, ingebonden en voorzien van een gemarmerde kaft |
Ieder jaar
krijgt de leerling uiteraard een getuigschrift waarin deels in niveau’s of cijfers
een meer kwantitatief oordeel wordt
gegeven per vak of periode-werkstuk. Daarnaast en nog veel belangrijker is het individuele kwalitatieve beeld dat in de
vorm van een tekening, een gedicht of een tekst gegeven wordt, waarmee de (groeps-)leerkracht
het kind wil typeren en stimuleren.
Een
cijfer is altijd een vrij hard oordeel en momentopname en kan gevoeld worden
als het “meten” van een kind en dan ook in vergelijking tot zijn medeleerlingen
op specifieke kennisgebieden. Daarbij wordt voorbij gegaan aan het unieke en
bijzondere van ieder kind en vooral ook aan de ontwikkeling die een kind heeft
doorgemaakt.
Dat laatste
is juist het uitgangspunt van het vrije school onderwijs. Heb juist oog voor
het bijzondere, het uitzonderlijke en het ontwikkelingsproces van een ik-mens
in wording. Dat vereist echter dat de leerkracht voortdurend intensief naar
kinderen kijkt en niet alleen in de eigen lessen, maar ook in de
handvaardigheidsvakken of juist tijdens werkweken. Dan ontstaat een breed scala
van indrukken die je meeneemt aan het
eind van het schooljaar.
Dat vergt voor iedere mentor of groepsleerkacht aan het einde van
het schooljaar wel een extra inspanning. Bedenk hoeveel tijd, aandacht en
energie het kost om voor 25 of meer leerlingen zo’n individueel beeld te
bedenken en het dan ook nog uit te werken op een kunstzinnige manier. Sommigen
waren er maanden mee bezig maar dat leverde dan ook prachtige kunstwerkjes
op.
Eindwerkstukken
In het vrije school
onderwijsplan krijgen de leerlingen gelegenheid om te werken aan een
persoonlijk eindwerkstuk. In het reguliere middelbare onderwijs kent men
tegenwoordig ook een profielwerkstuk dat past bij het gekozen profiel en
vakkenpakket. Bij een Vrije school was het onderwerp helemaal vrij, al waren er
wel richtlijnen voor de uitwerking en uitvoering. Zo moet er een theoretische
en een praktische kant aan het onderwerp zitten en hoort iedere scholier ook een
presentatie en een concreet (papieren) werkstuk te maken.
In prachtige illustraties
schetsen zij huizen en steden van de toekomst met magneettreinen en
shuttleverbindingen. Hun integrale visie op wonen, werken en recreëren heeft in
de wereld al hier en daar navolging gekregen. Zo ontwierpen ze piramideachtige
hoogbouw, die veel ruimte bood aan zonlicht en veel begroeiing op de balkons.
Toevallig waren er in die jaren ook dichterbij voorbeelden van gewaagde en interessante voorbeelden. De TU/e had een soort kabelbaan met gondels in gedachten, die studenten vanaf het treinstation naar het TU/e terrein zouden brengen. In Duitsland waren al snelle magneet-zweeftreinen aangelegd in plaats van metro’s of treinen. Ook waren er al voorbeelden van elektrische fietsen en de éénpersoons elektrische Segway, die nu in steden als Parijs en Barcelona volop rijden, waren toen al getest. Er waren al tekeningen van auto’s, die ook als helikopter konden opstijgen en vliegen. Aan ideeën en voorbeelden geen gebrek.
In samenspraak met zijn schoolbegeleider moest hij inzoomen op verschillende soorten brandstoffen, aandrijfsystemen en toepassingsgebieden. Het is een mooi werkstuk geworden dat kennelijk ook later heeft doorgewerkt.
Mijn zoon heeft
uiteindelijk na een 2-jarige Bedrijfskaderopleiding ook nog HBO Technische Bedrijfskunde afgerond en
heeft al bij meerdere technische bedrijven gewerkt tijdens en na de studie.
Zo heeft hij een bedrijfsstage van 5 maanden fulltime bij Vialle autobedrijf in
Eindhoven gedaan, dat zich bezig houdt met ombouwen en inbouwen
van lpg-autogassystemen in personenauto’s, die minder vervuilend zijn dan
diesel of benzine.
Zijn afstudeerstage van ruim 5 maanden fulltime heeft hij samen met een medestudent uitgevoerd bij DAF/Paccar in Eindhoven, waar verschillende populaire vrachtwagens (diesel en elektrisch) geproduceerd worden.
Later heeft hij ook een aantal jaren een managementbaan gehad bij het Nuenense bedrijf Heavac die airco-systemen levert voor met name personenbussen die op diesel maar ook elektrisch rijden. Daarnaast heeft hij ook enkele jaren gewerkt als inkoper bij VDL-Klima die airco en lucht-installaties maken voor schepen en gebouwen. Andere onderdelen van VDL, zoals Bus & Coach maken ook luxueuze bussen (diesel en elektrisch).
Recent nog heeft hij geprobeerd om in te stappen in het jonge bedrijf Lightyear , opgericht door een groep oud-studenten van de TU/e. Deze groep was betrokken bij de ontwikkeling van de volledig op zonne-energie draaiende gezinsauto Stella, die in Australië als eerste na 7.000 km over de streep kwam. Dit jonge bedrijf heeft de ambitie om een volledig, stekkerloze, elektrische auto op de markt te brengen die wil concurreren in de prijsklasse van de Tesla type 3.
Zijn afstudeerstage van ruim 5 maanden fulltime heeft hij samen met een medestudent uitgevoerd bij DAF/Paccar in Eindhoven, waar verschillende populaire vrachtwagens (diesel en elektrisch) geproduceerd worden.
Later heeft hij ook een aantal jaren een managementbaan gehad bij het Nuenense bedrijf Heavac die airco-systemen levert voor met name personenbussen die op diesel maar ook elektrisch rijden. Daarnaast heeft hij ook enkele jaren gewerkt als inkoper bij VDL-Klima die airco en lucht-installaties maken voor schepen en gebouwen. Andere onderdelen van VDL, zoals Bus & Coach maken ook luxueuze bussen (diesel en elektrisch).
Recent nog heeft hij geprobeerd om in te stappen in het jonge bedrijf Lightyear , opgericht door een groep oud-studenten van de TU/e. Deze groep was betrokken bij de ontwikkeling van de volledig op zonne-energie draaiende gezinsauto Stella, die in Australië als eerste na 7.000 km over de streep kwam. Dit jonge bedrijf heeft de ambitie om een volledig, stekkerloze, elektrische auto op de markt te brengen die wil concurreren in de prijsklasse van de Tesla type 3.
Voor mijn zoon heeft het
eindwerkstuk een belangrijke aanzet gegeven voor zijn latere werkzame leven. Bij
mijn dochters ook, maar weer heel anders.
Het onderwerp voor het eindwerkstuk van mijn oudste dochter was weer heel
anders ontstaan. Zij interesseert zich niet voor techniek, maar des te meer
voor de mens. Al in de 9e of 10e klas koos zij
voor een instellings- of zorgstage van 5 weken bij heilpedagogisch instituut
Bronlaak in St. Anthonis. Bronlaak is
het oudste van de oorspronkelijke Zonnehuizen met in totaal 196 intramurale
(woonachtig in de instelling) zorgplaatsen.
Het is op een landgoed gelegen en is eind oktober 1948
van start gegaan als eerste antroposofische zorginstituut (woon- en
werkgemeenschap) voor volwassenen. De liefdevolle en respectvolle omgang met de
geestelijk en soms lichamelijk minder valide mensen maakte veel indruk. In de
praktische werkzaamheden werden cliënten (en dus niet patiënten) geholpen om
kunstzinnige en mooie producten te maken. Kaarsen trekken, brood bakken of
papier scheppen en hout bewerken. Alles was mogelijk in een zinvolle
dagbesteding. Natuurlijk was er ook tijd voor ontspanning, zang en dans.
Op basis van deze ervaringen koos mijn dochter voor
het onderwerp van de psychiatrische patiënt en psychiatrie. Onderdeel van het
werkstuk was ook een diepte- interview met een kennis naar aanleiding van zijn
manisch depressieve ziekte en de behandeling daarvan in een psychiatrische
inrichting .
Daarnaast zijn we samen naar een psychiatrisch
museum Dr. Guislain in Gent (België) geweest, waar met
historische voorwerpen en hulpmiddelen te zien is hoe vroegere “geesteszieken”
behandeld werden. Een vreemd soort griezelkabinet met apparaten, die in een
martelkamer niet zouden misstaan. Patiënten ondergingen allerlei
waterbehandelingen (koud/warm), werden behandeld met aderlatingen (bloedafname)
of elektrische schokken.
Wat in het boek (1962) en de Film “One flew over
the Cuckoo's Nest” (1975) met hoofdrolspeler Jack Nicholson te zien is
geweest, komt dicht in de buurt van de werkelijkheid. Inmiddels heeft de
psychiatrische inrichting in Venray ook een museum.
Dit kwam allemaal samen in haar eindwerkstuk en na de middelbare vrije school koos ze voor een hbo-opleiding SPH (Sociaal Pedagogische Hulpverlening) aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Dankzij dit eindwerkstuk en haar vrijeschool getuigschrift werd ze rechtstreeks toegelaten en dus zonder officieel HAVO-diploma.
Haar eerste baan was ook als pedagogisch psychiatrisch
hulpverlener in de GGZ van Eindhoven (vroeger Rijks Psychiatrisch Instituut (RPI) geheten , in een gesloten afdeling, die complexe psychiatrische- en TBS-patiënten behandelde. Ze moest er ook wisseldiensten draaien. In de enkele jaren dat ze
er werkte heeft ze veel meegemaakt en ook veel geweld en leed gezien. Eigenlijk
tè veel voor een jonge begeleider/behandelaar. Later maakte ze daarom de
overstap naar het minder intensieve begeleiden van uitbehandelde patiënten die
nog in een begeleid-wonen traject zitten, voordat zij weer zelfstandig naar de
maatschappij kunnen. Weer later is ze overgestapt naar de zorgbiedende instelling van Wij Eindhoven .
Voor mijn jongste dochter ging het zoeken en kiezen van een onderwerp voor
het eindwerkstuk weer anders. Zij heeft lang getwijfeld , maar had geen
interesse in een technisch of psychologisch onderwerp. In haar kring met
klasse-vriendinnen was een donkerkleurig meisje, maar wel met Nederlandse
ouders, zodat het vermoeden bestond dat ze geadopteerd was.
Van ons als ouders heeft ze wel eens te horen gekregen dat wij na twee eigen kinderen het voornemen hadden om als derde kind een adoptiekind te nemen. We hadden al enige stappen gezet zoals een formeel gezinsonderzoek en verzoek om goedkeuring. Toen we die eenmaal hadden gekregen en ook het benodigde geld daarvoor bijeen hadden, moesten we kiezen waar we eventueel een kind zouden gaan “ophalen”. Kort voor dat besluit werden we verrast door de constatering dat we toch een eigen 3e kind “verwachtten”. Het verhaal is blijven hangen bij onze jongste dochter, die misschien het gevoel kreeg een adoptiekind “in de weg” te hebben gestaan.
Van ons als ouders heeft ze wel eens te horen gekregen dat wij na twee eigen kinderen het voornemen hadden om als derde kind een adoptiekind te nemen. We hadden al enige stappen gezet zoals een formeel gezinsonderzoek en verzoek om goedkeuring. Toen we die eenmaal hadden gekregen en ook het benodigde geld daarvoor bijeen hadden, moesten we kiezen waar we eventueel een kind zouden gaan “ophalen”. Kort voor dat besluit werden we verrast door de constatering dat we toch een eigen 3e kind “verwachtten”. Het verhaal is blijven hangen bij onze jongste dochter, die misschien het gevoel kreeg een adoptiekind “in de weg” te hebben gestaan.
Het eindwerkstuk ging daarom over het verschijnsel adoptie.
Ze keek naar de organisatorische, psychologische, juridische en financiële
aspecten. Daarnaast heeft ze meerdere onderzoeken doorgenomen over de
ervaringen van adoptiekinderen. Hoeveel zijn het er in Nederland en uit welke landen
komen ze? Zijn ze even gelukkig? Succesvol? Gaan ze later terug naar hun
geboorteland? Kunnen ze accepteren dat hun ouders ze hebben weggegeven?
Na afronding van de vrije school heeft onze jongste dochter gekozen
voor een opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD)
aan de Hogeschool Leiden en veel interesse getoond voor jeugdhulp, jeugdzorg en
mediation. Haar latere werk ging meer richting “project management
ondersteuning” bij grotere organisaties.