Onderstaand artikel is ook verschenen op de SP-website, afdeling Eindhoven in de rubriek nieuws vanaf 10 december 2010
Adviezen voor verhoging van de Onderwijskwaliteit.
Deze week zijn er weer nieuwe plannen bekend gemaakt door minister Marja van Bijsterveldt voor de middelbare scholen. In plaats van de vier profielen gaan we misschien weer terug naar het vroegere Alfa- en Bètaprofiel. De minister moet haar plannen nog uitwerken en daarna voor advies voorleggen aan de Onderwijsraad en Raad van State. Dus gaat er nog zeker enige jaren overheen voordat deze onderwijsveranderingen ingevoerd worden.
Vrijwel tegelijkertijd zijn nu ook de resultaten bekend geworden van het nieuwe PISA onderwijsonderzoek in 65 landen. Daarbij wordt bij 15- jarige scholieren het kennisniveau gemeten voor leesvaardigheid en de vakken wiskunde en natuurwetenschappen. Nederland is nu gezakt naar een 10e plaats, terwijl de regering graag met Nederland wil uitkomen bij de top 5.
De vraag is of de voorgestelde veranderingen daaraan zullen bijdragen.
Sinds de resultaten van de parlementaire commissie Dijsselbloem bekend zijn, streeft men ernaar om alleen nog wijzigingen in het onderwijs door te voeren als deze “evidence based” zijn. In de praktijk moet eerst bewezen zijn dat de resultaten erdoor verbeteren.
Interessant in dit verband zijn juist deze PISA onderzoeken. Daaruit blijkt al jaren dat Finland er in positieve zin steeds uitspringt. Ook in het nieuwste onderzoek heeft Finland de hoogste score van alle Europese landen. Bij leesvaardigheid staan ze op de 3e plaats na China en Korea. Bij natuurwetenschappen op de 2e plaats na China.
Verrast door deze (en ook eerdere scores) zijn inmiddels veel onderzoekers en ambtenaren van het ministerie van Onderwijs gaan kijken in Finland. Wat doen zij anders en/of beter?
Vergeleken met Nederland hebben Finse leerlingen minder lessen en zijn de klassen kleiner. Nog belangrijker is de hogere opleidingsgraad en status van leraren in Finland. Het belangrijkste echter is het feit dat de Finse regering ooit de moed heeft gehad om centrale verplichte examens helemaal af te schaffen! De scholen hebben daarmee de volledige vrijheid terug gekregen. De overheid stelt alleen minimumeisen aan de hoeveelheid lesuren per leeftijdsgroep en het opleidingsniveau van de leerkracht. Deze moeten een universitaire opleiding hebben alvorens voor de klas te mogen staan.
Dus anders dan het voorstel van de VVD om hogere en zwaardere profiel- en vak-eisen te stellen, meer verplichte examens (ook al in de onderbouw) af te nemen moeten we dat juist niet doen.
Het onderwijs wordt in het ideale geval weer teruggegeven aan competente leraren die het beste weten hoe en welke de stof ze moeten overdragen. Het vertrouwen over de kwaliteit is terug waar het hoort, namelijk in de relatie tussen leerkracht, ouder en leerling.
Een klein stapje in de goede richting is het in najaar 2019 gedane voorstel om lagere en middelbare scholen de vrijheid te geven om 30% van de lessen naar eigen inzicht in te vullen. Nu is het lesaanbod grotendeels dichtgetimmerd door het landelijk voorgeschreven lespakket. Het nieuwe lespakket moet in schooljaar 2023-2024 overal zijn ingevoerd. Zo krijgen leerkrachten en docenten toch een beetje de ruimte om naar eigen inzicht te handelen. Een aardig begin of toch nog steeds teveel overheidsbemoeienis?
De overheid moet zich niet moeten bemoeien met het onderwijs en de ontwikkeling van het kind tot een zelfstandige, evenwichtige, volwassen mens en verantwoordelijke burger moet voorop staan en niet de onderwijsdoelen die aansluiten op de vraag van de samenleving, de arbeidsmarkt en het onderwijs zelf !
Bijkomend voordeel is dat we het hele ministerie van Onderwijs kunnen opheffen en dat scholen gevrijwaard zijn van veel bureaucratische rompslomp. Met dat vrijgekomen geld kunnen we dan ook leerkrachten beter belonen, waardoor het aanzien van het beroep verbetert.
donderdag 9 december 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)