donderdag 9 december 2010

Vrijheid van Onderwijs

Onderstaand artikel is ook verschenen op de SP-website, afdeling Eindhoven in de rubriek nieuws vanaf 10 december 2010

Adviezen voor verhoging van de Onderwijskwaliteit.

Deze week zijn er weer nieuwe plannen bekend gemaakt door minister Marja van Bijsterveldt voor de middelbare scholen. In plaats van de vier profielen gaan we misschien weer terug naar het vroegere Alfa- en Bètaprofiel. De minister moet haar plannen nog uitwerken en daarna voor advies voorleggen aan de Onderwijsraad en Raad van State. Dus gaat er nog zeker enige jaren overheen voordat deze onderwijsveranderingen ingevoerd worden.
Vrijwel tegelijkertijd zijn nu ook de resultaten bekend geworden van het nieuwe PISA onderwijsonderzoek in 65 landen. Daarbij wordt bij 15- jarige scholieren het kennisniveau gemeten voor leesvaardigheid en de vakken wiskunde en natuurwetenschappen. Nederland is nu gezakt naar een 10e plaats, terwijl de regering graag met Nederland wil uitkomen bij de top 5.


De vraag is of de voorgestelde veranderingen daaraan zullen bijdragen.
Sinds de resultaten van de parlementaire commissie Dijsselbloem bekend zijn, streeft men ernaar om alleen nog wijzigingen in het onderwijs door te voeren als deze “evidence based” zijn. In de praktijk moet eerst bewezen zijn dat de resultaten erdoor verbeteren.

Interessant in dit verband zijn juist deze PISA onderzoeken. Daaruit blijkt al jaren dat Finland er in positieve zin steeds uitspringt. Ook in het nieuwste onderzoek heeft Finland de hoogste score van alle Europese landen. Bij leesvaardigheid staan ze op de 3e plaats na China en Korea. Bij natuurwetenschappen op de 2e plaats na China.
Verrast door deze (en ook eerdere scores) zijn inmiddels veel onderzoekers en ambtenaren van het ministerie van Onderwijs gaan kijken in Finland. Wat doen zij anders en/of beter?

Vergeleken met Nederland hebben Finse leerlingen minder lessen en zijn de klassen kleiner. Nog belangrijker is de hogere opleidingsgraad en status van leraren in Finland. Het belangrijkste echter is het feit dat de Finse regering ooit de moed heeft gehad om centrale verplichte examens helemaal af te schaffen! De scholen hebben daarmee de volledige vrijheid terug gekregen. De overheid stelt alleen minimumeisen aan de hoeveelheid lesuren per leeftijdsgroep en het opleidingsniveau van de leerkracht. Deze moeten een universitaire opleiding hebben alvorens voor de klas te mogen staan.

Dus anders dan het voorstel van de VVD om hogere en zwaardere profiel- en vak-eisen te stellen, meer verplichte examens (ook al in de onderbouw) af te nemen moeten we dat juist niet doen.

Het onderwijs wordt in het ideale geval weer teruggegeven aan competente leraren die het beste weten hoe en welke de stof ze moeten overdragen. Het vertrouwen over de kwaliteit is terug waar het hoort, namelijk in de relatie tussen leerkracht, ouder en leerling.

Een klein stapje in de goede richting is het in najaar 2019 gedane voorstel om lagere en middelbare scholen de vrijheid te geven om 30% van de lessen naar eigen inzicht in te vullen. Nu is het lesaanbod grotendeels dichtgetimmerd door het landelijk voorgeschreven lespakket. Het nieuwe lespakket moet in schooljaar 2023-2024 overal zijn ingevoerd. Zo krijgen leerkrachten en docenten toch een beetje de ruimte om naar eigen inzicht te handelen. Een aardig begin of toch nog steeds teveel overheidsbemoeienis?

De overheid moet zich niet moeten bemoeien met het onderwijs en de ontwikkeling van het kind tot een zelfstandige, evenwichtige, volwassen mens en verantwoordelijke burger moet voorop staan en niet de onderwijsdoelen die aansluiten op de vraag van de samenleving, de arbeidsmarkt en het onderwijs zelf !
Bijkomend voordeel is dat we het hele ministerie van Onderwijs kunnen opheffen en dat scholen gevrijwaard zijn van veel bureaucratische rompslomp. Met dat vrijgekomen geld kunnen we dan ook leerkrachten beter belonen, waardoor het aanzien van het beroep verbetert.

donderdag 26 augustus 2010

Renate Riemeck in opspraak

Renate Riemeck en Ulrike Meinhof: een complexe geschiedenis.

Iedereen kent natuurlijk Ulrike Meinhof (1934-1976) van de Baader-Meinhofgruppe die ook bekend als Rote Armee Fraktion (RAF) terroristische aanslagen pleegde in Duitsland in de jaren 70 van de vorige eeuw. Zij werd later opgepakt, kreeg een lange gevangenisstraf en pleegde officieel zelfmoord. Een tragische geschiedenis ook al omdat zij een Waldorfscholiere was, een uitstekende studente en een kritisch journaliste.
Renate Riemeck (overleden in 2003) geniet geen landelijke bekendheid. Zij was antroposofisch geïnteresseerd en lid van de Christengemeenschap vanaf 1941, toen deze nog officieel verboden was. Zij werd de jongste vrouwelijke hoogleraar Geschiedenis aan de Pädagogische Hochschule Wuppertal in Duitsland en vooral bekend door haar boek “Midden europa balans van onze eeuw” (2004) en een kleiner boekje “Op zoek naar Midden europa” .
Beide boekjes worden veel gelezen door geïnteresseerden in de Sociale Driegeleding. Een bijzondere lot heeft deze mensen bij elkaar gebracht.

Pas vrij recent (zie *1) is in bredere kring bekend geworden dat Renate Riemeck een hartsvriendin van de moeder van Ulrike en haar zus Wienke is geweest. Na de dood van Ulrike’s moeder in 1949 werd zij voogd en stiefmoeder en vormden gezamenlijk een huishouding. Ulrike was toen een 15-jarige puber voor wie het verlies van haar moeder groot geweest moet zijn, zeker omdat negen jaar daarvoor ook al haar vader Werner Meinhof was overleden. De schok moet ook zeer groot zijn geweest toen ze op latere leeftijd te horen kregen wat het ideëengoed van haar vader was geweest.
Haar vader Werner Meinhof was een kunsthistoricus, maar ook omstreden omdat hij lid was van de nazipartij NSDAP. Behalve prominent lid was hij ook een van de nazi-ideologen omdat hij lezingen gaf “ter bevordering van alle soorten kunst van het Duitse ras”,
In 1936 werd hij museumdirecteur in Jena en werkte mee aan de zuivering door kunstwerken in het kader van “Entartete Kunst” te overhandigen aan een commissie ingesteld door Goebbels.

Riemeck studeerde Geschiedenis en Kunstgeschiedenis en promoveerde op een dissertatie over middeleeuwse Ketterbewegingen.
Renate Riemeck was tijdens WOII professor aan de Universiteit van Jena en assistent, net als de moeder van Ulrike Meinhof, van professor Johann von Leers.
Von Leers was een uitgesproken antisemiet en bekleedde een hoge SS functie. Hij schreef boeken als “Die Verbrechernatur der Juden” en “Odal: Das Lebensgesetz eines ewigen Deutschlands”. Na de oorlog vluchtte hij naar Egypte en overleed in 1965.
Van Riemeck is ook bekend geworden dat zij lid is geweest van de NSDAP, vanaf oktober 1941, hoewel ze zelf altijd heeft aangegeven dat zij in het ondergrondse verzet zat.
Kort voor het einde van de oorlog vluchtte Riemeck en de twee meisjes Meinhof uit Jena naar Oldenburg. Daar werd zij docente aan de Lerarenopleiding. Na de oorlog werd ze lid van de Socialistische Partei Deutschland (SPD) en in 1955 hoogleraar geschiedenis en politicologie. Riemeck werd actief pacifiste als medeoprichter van de Duitse Vredesbeweging, voerde strijd tegen Atoomwapens en streed tegen militaire dienstplicht.
In 1960 raakte zij in opspraak vanwege haar sympathieën en contacten met verdachte organisaties uit de toenmalige DDR en werd haar universitaire bevoegdheid afgenomen op gezag van de minister van Cultuur, waarna zij zelf ontslag nam.
In 1971 heeft Riemeck in een publicatie haar stiefdochter Ulrike opgeroepen om de gewapende strijd tegen de samenleving en overheid op te geven. De relatie met Ulrike was al sinds eind 1962 beëindigd nadat Ulrike het contact had verbroken.
Een soort professionele rehabilitatie kwam in 1979 toen ze opnieuw een leeropdracht kreeg in de Pedagogiek aan de Universiteit Marburg.
Men verwijt Riemeck dat ze het foute oorlogsverleden van de hele familie Meinhof en van zichzelf heeft herschreven. Dat neemt niet weg dat iedereen zelf moeten oordelen over het geschreven werk van Riemeck.

Ulrike Meinhof werd in navolging van haar stiefmoeder ook lid van de SPD maar schoof later op naar links door in 1959 illegaal lid te worden van de toen verboden Communistische Partij (KPD). Kort daarna leerde ze Klaus Röhl kennen die werkte voor het linkse blad Konkret. Meinhof ging als journaliste schrijven voor dit blad en werd later hoofdredacteur. In 1961 trouwde Ulrike met Röhl en beviel ruim een jaar later van een tweeling Regine en Bettina. In de 7e maand van de zwangerschap werd een gezwel in haar hersenen geconstateerd, dat later wel goedaardig bleek te zijn maar waarvoor toch een zware operatie nodig was. Haar dochter Bettina (*2) heeft later geschreven dat deze operatie er mogelijk voor gezorgd heeft dat haar moeder hierdoor een volledige persoonlijkheidsverandering onderging.
Velen hebben zich afgevraagd hoe een intelligente vrouw en succesvolle journaliste evolueert tot een terroriste. Met Meinhof als hoofdredacteur werd het tijdschrift Konkret een succesnummer met een oplage van 250.000 exemplaren Zij was jaren lid van de SPD, een partij die als antimilitaristisch en antifascistisch werd beschouwd. Ze raakte teleurgesteld in die partij omdat Duitsland toch weer een leger kreeg en de communistische partij verbood en zelfs contacten met de DDR al verdacht waren.
Ze voerde daarom meer buitenparlementaire oppositie en stond aan de basis van “nieuw Links”. In 1968 werd een groot Vietnamcongres gehouden waar haar goede vriend Rudi Dutschke een voordracht had gehouden. Deze overleed korte tijd later na een aanslag. In dat jaar gingen Ulrike Meinhof en Röhl ook uit elkaar.
Nadat Ulrike in 1970 op spectaculaire wijze Andreas Baader uit gevangenschap heeft weten te bevrijden, moest ze onderduiken. Baader zat een gevangenisstraf uit vanwege brandstichting in twee warenhuizen. Meinhof leefde twee jaar in de illegaliteit en radicaliseerde steeds meer, mogelijk door dit isolement. In die tijd nam Meinhof ook actief deel aan een aanslag op het hoofdkwartier van Uitgeversbedrijf Axel Springer, dat een bolwerk was van conservatisme. De telefonische bommelding vooraf deed Ulrike zelf, maar werd niet serieus genomen. Het gevolg was 17 gewonden. In juni 1972 werd Meinhof opgepakt en geplaatst in een onderzoeksprogramma van de universiteitskliniek van Homburg, waar ze als proefkonijn diende. Zo werd ze langdurig opgesloten in een donkere en geluidsgeïsoleerde ruimte. Vier jaar later werd ze dood aangetroffen in haar cel in de gevangenis van Stuttgart. De diagnose was zelfmoord door ophanging al wordt door sommigen beweerd dat ze mogelijk daarbij geholpen is. Haar linkervoet stond namelijk nog op de stoel, die normaal gesproken juist weggeschopt wordt.
Een bewogen leven dat historici nog lang zal blijven boeien.

*1. Jutta Ditfurth: Ulrike Meinhof(zie ook NRC 13 augustus 2019,boekbespreking door Elsbeth Etty)
*2. Bettina Röhl (dochter van Ulrike Meinhof) met het boek “So macht Kommunismus Spass” 2006
*3. Renate Riemeck: “Ich bin ein Mensch für mich: Aus einem unbequemen Leben” 1992